Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Moab [38]is verstoord, en [uit] [39]zijn steden [40]opgegaan, en de keur zijner jongelingen is ter [41]slachting afgegaan, spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. 38. Dat is, daar toch Moab haast moet verstoord worden, en zo in het volgende. 39. Hebreeuws, hare. Zie vs.4. 40. Dat is, opgebroken, weggetogen. Anders, hunne steden zijn in rook opgegaan; dat is, brand. Of, [de verstoorder] heeft hunne steden beklommen. 41. Om geslacht te worden. Vergelijk onder hfdst.50 vs.27.